Circulair is goed, biobased is beter


De bouw is aan het veranderen. Er is groeiende aandacht voor circulariteit, biobased bouwen, ecologie, CO2, stikstof, voetafdrukken, duurzaamheid, volhoudbaarheid, natuurinclusiviteit. Het zijn onderwerpen die inmiddels in iedere aanbesteding een rol spelen. En tegelijkertijd zijn het kreten die ook nog weleens voor verwarring zorgen. Want wat is nu precies het verschil tussen circulair en duurzaam, of ecologisch en natuurinclusief?

 
De komende weken nemen we telkens een paar begrippen onder de loep. Te beginnen met biobased versus circulair. Wat is het verschil? Wat hebben ze gemeen? Wat heb je eraan en wat koop je ervoor?

 
Circulariteit en circulair bouwen

 
In Google Trends kun je duidelijk zien dat er voor 2016 in de zoekmachine nauwelijks gezocht werd naar circulariteit. Terwijl het vijf jaar later een niet meer weg te denken begrip is.
 

 
Circulair bouwen betekent dat je bouwt met materialen die je opnieuw kunt gebruiken. Een mooi voorbeeld zijn oude straatsteentjes. Die worden keer op keer hergebruikt. Ze blijven in de materiaalkringloop. En nog mooier, in het geval van straatstenen geldt dat ze duurder geworden zijn; dus behalve in ecologische zin winnen ze ook in economische zin aan waarde.

 
Een ander voorbeeld van circulaire stenen zijn systemen met bakstenen die je niet meer metselt, maar die je ‘droog’ stapelt of met clips bevestigt. Als het gebouw niet meer goed is, zijn ze relatief eenvoudig te verwijderen, klaar voor hergebruik in een nieuw gebouw.

 
Met kleine materialen is hergebruik overigens makkelijker dan met grote materialen. Een groter element, zoals een kozijn, beschadigt sneller dan een baksteen. Bovendien moet het maar net weer in een nieuw gebouw passen. En het moet bij voorkeur ooit losmaakbaar ingezet zijn. Is dat niet het geval, dan is er gelukkig vaak alsnog een tweede leven mogelijk: bijvoorbeeld verzaagd tot plint, of versnipperd als basis voor spaanplaat en/of uiteindelijk als meststof.

 
In dat laatste geval aangenomen dat het een houten kozijn betreft. Wat een mooie brug is naar biobased. ->

 

Biobased materialen

 

Biobased materialen zijn materialen die gegroeid zijn in de natuur of in de landbouwsector. Bekende voorbeelden zijn hout en riet, waar je planken en dakbedekking van maakt. Maar wist je dat je van hout ook houtwol kan maken? Dit isoleert heel goed. Bovendien zorgt het ook nog een voor een heel fijn klimaat in de woning door de warmte-accumulatie en het dampopen karakter.

 
Minder bekende voorbeelden zijn bamboe, vlas, hennep en zeewier. Van de laatste drie kun je ook prima isolatie maken met ook weer diezelfde voordelige eigenschappen als houtwol. Bamboe op zijn beurt is weer geweldig voor gevelbekleding.

 
Eindeloos circulair

 
Van houten balk vandaag tot plank over 100 jaar en daarna kozijn of plint over 200 jaar, tot plaatmateriaal over 300 jaar; in de totale levenscyclus van verwerkt hout kan er (veel) meer dan het gebruikte aan nieuw hout teruggroeien. Zo onttrekken we als bouwers meer CO2 uit de lucht dan dat we toevoegen.

 
Een van dé redenen waarom mensen biobased bouwen als het ultieme circulaire bouwen zien.

Deze website maakt gebruik van (geanonimiseerde) analytische cookies.

Meer info