Ons project in Beverwijk gaat voor de wind. De hectarvloer ligt. De stelregels voor de wanden volgden snel. En inmiddels staan de wanden. Deze biobased HSB- houten wanden zijn opgebouwd uit meerdere lagen waardoor ze optimaal isoleren.

 
De wanden bieden als uitgangspunt een RC (Resistance Construction = thermische weerstand) van 6,45 m²K/W, mede dankzij de Gutex biobased houtvezelisolatie. Een tweede reden voor de hoge RC is de uitstekende luchtdichtheid.

 
Doordat we de installaties, zoals leidingen, schakelaars en stopcontacten, niet in, maar tegen de wand in een eigen laag aanbrengen, houden we de luchtdichtheid optimaal.

 

We realiseren zo een ononderbroken buitenwand, waarmee we een keurig lage Qv10-waarde (mate van luchtdoorlatendheid) gaan halen. Waardoor de woning straks met een minimale warmte-installatie al perfect comfort biedt.

Om binnen het geplande budget te blijven was het soms even puzzelen, maar het is gelukt! In Beverwijk starten we binnenkort met de bouw van deze vrijstaande biobased villa. Een ecologisch hoogstandje, ontworpen door Breddels Architecten.
 
Highlights? Hectar funderingsvloer, houten skelet, deels stenen en deels Douglas houten gevel. Meranti kozijnen, tripple beglazing, perfecte kierdichting. Pannendak met zonnepanelen. Nauwkeurig gedimensioneerde (lees: bescheiden formaat) warmtepomp, pelletkachel en WTW-installatie.
 
En – geen overbodige luxe – nog een flinke regentank in de tuin voor opvang en hergebruik hemelwater.
 
Planning: als levering van de warmtepomp meewerkt, dan kan de familie eind van dit jaar verhuizen. We gaan zoals altijd weer ons uiterste best doen.

 

Tussen de buien door, snel een fotootje geschoten. De woningen in Leiden zijn bijna gereed! Het wachten was nog even op de laatste spullen, die zijn nu binnen. Denk aan een paar luiken en brandwerende, geïmpregneerde geveldelen.

 
Nog een goeie week of twee en het werk zit erop!

Meer over dit project, vind je hier.

 

In onze bouwkretenblog deze keer de vraag: wat is duurzaam? Of misschien een betere vraag: wanneer vinden wij iets duurzaam? Want er is geen eenduidige definitie van duurzaamheid. Sterker nog: de twee meest gangbare definities zitten elkaar zelfs in de weg.

 
Het begrip duurzaam kan namelijk betrekking hebben op twee eigenschappen: 1. Hoe oud iets kan worden. 2. Hoeveel impact heeft de fabricage ervan op het milieu / klimaat. Doordat deze twee eigenschappen elkaar regelmatig tegenspreken is het zonder verdere specificatie onduidelijk wat er gevraagd of bedoeld wordt met duurzaam.

 
Aan de hand van een voorbeeld?

 
Neem aluminium. Aluminium kozijnen blijven extreem lang goed, je hoeft ze niet te schilderen en het aluminium ondervindt haast geen schade van de weersinvloeden. Bovendien hebben aluminium kozijnen vaak kamers, waardoor ze best goed isoleren.

 
Uitstekend bouwmateriaal zou je denken, maar het fabriceren van aluminium heeft per gewichtseenheid de allerhoogste CO2-uitstoot.

 
Met beton is een beetje hetzelfde aan de hand. Beton blijft lang sterk en goed, alleen de productie (en het vervoer) van beton brengt veel schade voor het milieu met zich mee in de vorm van CO2-uitstoot.

 

Hout als de heilige graal?

 

Het is geen geheim meer dat we dol zijn op hout. Door de CO2-opslag is het een heel goed bouwmateriaal. Maar de duurzaamheid van hout kent helaas ook beperkingen. Je moet bijvoorbeeld zorgen dat de weersinvloeden er geen grip op krijgen, anders kan het snel verrotten en is het alsnog niet meer duurzaam.

 
Wanneer iets duurzaam is of niet, hangt dus af van je invalshoek. Waarbij hoe je het toepast wat ons betreft meestal net wat zwaarwegender is dan de afkomst.

 
Als je ervoor zorgt dat de opbouw, het casco, in hout en andere biobased materialen, staat als een huis, dan is beton in de fundering, waar het zorgt voor decennialange stabiliteit, bijvoorbeeld best verdedigbaar.

 
In de ontwerpfase stil staan bij een zo lang mogelijke levensduur van het gebouw, is dan ook troef. Het zet alle te maken ontwerpkeuzes in een duurzamer perspectief.

 
Lijkt het je verstandig om vanuit deze invalshoek ook eens kijken naar jullie plan(nen)? Om ze eens te laten toetsen op duurzaamheid? Of heb je anderszins hulp nodig bij het ontwikkelen van een écht duurzaam gebouw? Neem dan contact op.

 
We zien uit naar het begin van een duurzame relatie!

Wij hebben deze fraaie boerderij gebouwd met eikenhouten gebinten, houtskeletbouwwanden, houten kozijnen en houten luiken. Waardoor ook dat beetje metselwerk prachtig tot zijn recht komt.

 
Het huis is hartstikke luchtdicht en supergoed geïsoleerd. Door het rieten dak heeft het dak een RC van wel 9,2! Als het riet de komende jaren langzaam dunner wordt, blijft het alsnog goed voor een RC van 8.0.

 
De opdrachtgevers zijn ontzettend trots en gaan zelf verder met de resterende aftimmering en de afwerking binnen.

 
Succes mensen, het was een plezier om met en voor jullie te werken!

 

HSB Ecologische Bouwers bouwt bij voorkeur in hout. Maar we laten ons niet beperken tot hout als materiaal. Soms past steen gewoon beter. Beter in de omgeving. Beter bij het ontwerp. En, zeker in het geval van streenstrips, tegenwoordig ook beter als groene bouwsteen vergeleken met traditionele bouw.

 
Neem onze woning in Muiderberg. De basis is hier in hout. De isolatie in houtskeletbouw is bij ons altijd biobased. Om zo’n biobased casco kun je praktisch iedere gevelbekleding maken die je wil. Denk aan houten gevelbekleding, of zoals hier steenstrips, bijvoorbeeld van gerecyclede stenen.

 
Beide opties zijn slanker dan wanneer je een traditionele muur metselt. Wat direct ook de nodige energie scheelt in de fabricage: om steenstrips te bakken heb je maar 20% van de benodigde energie voor een bakstenen nodig. Bovendien scheelt het tonnen CO2 aan te vervoeren kilo’s.

 
De gevelbekleding beschermt het casco tegen regen en zon. De zon warmt wel de gevelbekleding op, maar door de spouw erachter warmen de binnenwanden amper op. Ook dat scheelt het nodige energieverbruik; in de zomer hoeft die airco niet zo snel aan.

 
De esthetische en praktische voordelen van steen, gecombineerd met de duurzamere toepassingsmogelijkheden… we durven te voorspellen dat steenstrips een (nog) grote(re) vlucht gaan nemen.

 
Hoogste tijd om ook eens in de praktijk te ontdekken hoeveel vrijheid een ecologisch casco je geeft? Neem dan hier contact op.

 

 

PS Bericht ontvangen zodra de foto’s van de professionele shoot online staan? Volg ons hier op Instagram, of sluit je hier aan bij de inmiddels al 1630 (!) volgers op LinkedIn.

 

De bouw is aan het veranderen. Er is groeiende aandacht voor circulariteit, biobased bouwen, ecologie, CO2, stikstof, voetafdrukken, duurzaamheid, volhoudbaarheid, natuurinclusiviteit. Het zijn onderwerpen die inmiddels in iedere aanbesteding een rol spelen. En tegelijkertijd zijn het kreten die ook nog weleens voor verwarring zorgen. Want wat is nu precies het verschil tussen circulair en duurzaam, of ecologisch en natuurinclusief?

 
De komende weken nemen we telkens een paar begrippen onder de loep. Te beginnen met biobased versus circulair. Wat is het verschil? Wat hebben ze gemeen? Wat heb je eraan en wat koop je ervoor?

 
Circulariteit en circulair bouwen

 
In Google Trends kun je duidelijk zien dat er voor 2016 in de zoekmachine nauwelijks gezocht werd naar circulariteit. Terwijl het vijf jaar later een niet meer weg te denken begrip is.
 

 
Circulair bouwen betekent dat je bouwt met materialen die je opnieuw kunt gebruiken. Een mooi voorbeeld zijn oude straatsteentjes. Die worden keer op keer hergebruikt. Ze blijven in de materiaalkringloop. En nog mooier, in het geval van straatstenen geldt dat ze duurder geworden zijn; dus behalve in ecologische zin winnen ze ook in economische zin aan waarde.

 
Een ander voorbeeld van circulaire stenen zijn systemen met bakstenen die je niet meer metselt, maar die je ‘droog’ stapelt of met clips bevestigt. Als het gebouw niet meer goed is, zijn ze relatief eenvoudig te verwijderen, klaar voor hergebruik in een nieuw gebouw.

 
Met kleine materialen is hergebruik overigens makkelijker dan met grote materialen. Een groter element, zoals een kozijn, beschadigt sneller dan een baksteen. Bovendien moet het maar net weer in een nieuw gebouw passen. En het moet bij voorkeur ooit losmaakbaar ingezet zijn. Is dat niet het geval, dan is er gelukkig vaak alsnog een tweede leven mogelijk: bijvoorbeeld verzaagd tot plint, of versnipperd als basis voor spaanplaat en/of uiteindelijk als meststof.

 
In dat laatste geval aangenomen dat het een houten kozijn betreft. Wat een mooie brug is naar biobased. ->

 

Biobased materialen

 

Biobased materialen zijn materialen die gegroeid zijn in de natuur of in de landbouwsector. Bekende voorbeelden zijn hout en riet, waar je planken en dakbedekking van maakt. Maar wist je dat je van hout ook houtwol kan maken? Dit isoleert heel goed. Bovendien zorgt het ook nog een voor een heel fijn klimaat in de woning door de warmte-accumulatie en het dampopen karakter.

 
Minder bekende voorbeelden zijn bamboe, vlas, hennep en zeewier. Van de laatste drie kun je ook prima isolatie maken met ook weer diezelfde voordelige eigenschappen als houtwol. Bamboe op zijn beurt is weer geweldig voor gevelbekleding.

 
Eindeloos circulair

 
Van houten balk vandaag tot plank over 100 jaar en daarna kozijn of plint over 200 jaar, tot plaatmateriaal over 300 jaar; in de totale levenscyclus van verwerkt hout kan er (veel) meer dan het gebruikte aan nieuw hout teruggroeien. Zo onttrekken we als bouwers meer CO2 uit de lucht dan dat we toevoegen.

 
Een van dé redenen waarom mensen biobased bouwen als het ultieme circulaire bouwen zien.

Een huis zo luchtdicht, dat je het met een piepkleine warmtewisselaar kunt verwarmen en koelen? Onze opdrachtgever in Muiderberg heeft de primeur. De Lekkagedokter viel bijna van z’n stoel, een Qv10 van 0,1! Dat zie je zelden in de praktijk. Het is beter dan uitstekend, en zelfs scherper nog dan de Passiefhuis-eis.


Het is bouwen op z’n best

 
Voor wie niet 123 weet wat Qv10 is: met de Qv10-waarde druk je de mate van luchtdoorlatendheid uit. Hoeveel lucht ontsnapt er door kieren en gaten bij een drukverschil tussen binnen en buiten van 10 pascal? Hoe minder lucht ontsnapt, hoe beter de woning de warmte of koude vasthoudt.

 
Vandaar dat luchtdichtheid ook een wezenlijk onderdeel uitmaakt van energiezuinig en BENG(Bijna EnergieNeutraal Gebouw)-gecertificeerd bouwen.

 
Terug naar Muiderberg. Voor de ‘blowerdoortest’ met de lekkagedokter. De te behalen luchtdichtheidsklassen (nen 2687) zijn:
 

 
Voor het bouwbesluit moet je een maximale waarde van 0,6 halen. Als je energiezuinig wilt bouwen stuur je aan op een waarde van 0,3 en als je een zogeheten passiefhuis wilt bouwen, mik je op een waarde van, of kleiner dan, 0,15.

 
Klasse apart

 
Je begrijpt dat we met de gemeten Qv10 van 0,1 een gat in de lucht sprongen. Zowel de controleur als de isolatie-expert waren diep onder de indruk. Zij hadden dit jaar nog niet zo’n goede waarde gezien.

 
Petje af voor onze ecologische bouwers die de wanden en de kozijnen dus erg goed geplaatst en afgeplakt hebben. En een groot compliment aan de collega’s van de Timmerfabriek Volendam wiens kozijnen, zelfs met enkele kierdichting, al geschikt blijken voor passief bouwen!

 
Jarenlang profijt

 
Dat we vandaag in de wolken zijn met het testrapport is één, de echte lol heeft onze opdrachtgever de komende tientallen jaren, ieder jaar weer. Bij deze lage waarde tocht de woning amper door en kun je met een bescheiden ventilatie-unit met warmtewisselaar de energierekening ongekend laag houden.

 
Dat laatste, ventileren doen we met het innovatieve Fresh-R-systeem. Drie ventilatie-units in de muren, die de lucht op verschillende plaatsen in huis verversen, koelen en verwarmen, zonder buizensysteem dat kan vervuilen.

 
Daarover een volgende keer meer! Of neem hier alvast contact op als je zo snel mogelijk ook hoge ogen wil gooien met superlage Qv10-waardes 😉.

Deze website maakt gebruik van (geanonimiseerde) analytische cookies.

Meer info